Het nieuwe jaar nadert met rasse schreden en hier en daar zal er wel of niet een vuurwerkje afgestoken worden.
Daarom enkele tips:
1/ hou afstand.
Dichtbij krijg je wel mooie vuursporen maar heb je weinig ruimte/dieptezicht. Als je een afstand houdt kan je het vuurwerk beeldvullend maken zodat er niet teveel lege lucht of donkere voorgrond te zien is. Zoom ook niet te ver in, het is beter later bij te croppen dan een mooie vuurpijl te missen.
2/ let op je eigen veiligheid.
Deze hoeft weinig extra uitleg, ontploffend tuig is geen speelgoed.
3 wat heb je nodig?
Een camera die een lange sluitertijd aankan of bulb stand heeft. Een statief. Mogelijks een afstandsbediening (draad of zender). Een objectief kan je van groothoek tot zoomlens gebruiken, dit hoeft niet lichtsterk te zijn daar je met lange sluitertijden werkt.
4/ instellingen
Manueel, ook de scherpstelling manueel instellen, je kan wel gebruik maken van live view als dit je meer bevalt. Je werkt op statief zet dus ook de stabilisatie van je objectief uit. De witbalans tussen 4000 en 5500K (daglicht). Fotografeer in RAW en zet de ruisreductie voor lange sluitertijden uit (het wegschrijven van de foto duurt anders even lang als hem nemen). ISO-waarde kan je al vanaf 200 gebruiken, diafragma tussen f5,6 en f11. De sluitertijd zal al snel tussen 5 en 30 seconden liggen. Test dit eerst uit voor je aan je opnames begint, zo weet je of het zal werken. Daar elke locatie andere belichting heeft en elk vuurwerk anders is van intensiteit zul je moeten proberen, een tip hierbij is om een halve tot een hele stop te onderbelichten.
5/ voorgrond
Probeer een stukje voorgrond in je beeld te krijgen. Vind je deze te donker dan kan je de voorgrond goed gaan uitbelichten en deze dan later over de te donkere voorgrond verwerken in nabewerking. Kijk ook eens of de te donkere voorgrond ook geen mooi silhouet effect heeft dan hoef je er niets meer aan te veranderen.
6/ stil of bewogen
Met een lange belichtingstijd krijg je de lichtsporen van het vuur te zien, bij een korte tijd zal de beweging ervan bevroren zijn. De wijzigingen in je belichtingstijd dien je te compenseren met je iso waarde en niet met je diafragma, anders kan je heel wat scherpte gaan verliezen door de lensopening groter te maken.
7/ vul je kaartje
Probeer verschillende instellingen uit, zelfde punt, zelfde locatie, zelfde compositie. Verander je compositie, instellingen, … Kies achteraf de beste uit.
8/ het weer
Zelfs al slaat het weer tegen en heb je geen heldere lucht, probeer toch dingen uit. Soms kan reflectie op een beregende ondergrond een sterk beeld maken, probeer uit wees creatief.
Met dank aan Nando Harmsen